Beschrijving
In het tweede deel van de zesdelige serie over het dagelijks leven in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt nuchter en zakelijk aangetoond hoe in 1941 de illusie van een ‘correcte’ bezetting voorgoed was verdwenen en hoe ook de NSB agressiever werd.
Na de Februaristaking laat de Duitse bezetter zijn masker vallen. Nederland moet ‘nazificeren’. De Nederlanders ondervinden in hun werk, vrije tijd en op straat steeds meer hoe het is om onder een dictatuur te leven. Duizenden verenigingen en stichtingen worden gedwongen opgeheven. Het dagelijks leven wordt schraal, veel producten worden gerantsoeneerd, zoals aardappelen, chocola en sigaretten. Bovendien volgen de anti-Joodse maatregelen elkaar in dit jaar in snel tempo op. Joden worden in de loop van 1941 op alle fronten buiten de samenleving gesloten. Maatschappelijk isolement als eerste stap richting deportatie.
Robin te Slaa (1969) is historicus en publicist. Hij schreef voor diverse kranten, tijdschriften en boeken bijdragen over geschiedenis. Te Slaa publiceerde samen met Edwin Klijn in 2009 de studie De NSB. Ontstaan en opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging, 1931-1935. Het boek kreeg lovende recensies en werd genomineerd voor de shortlist van de Libris Geschiedenis Prijs. In 2012 verscheen zijn boek Is Wilders een fascist?, dat eveneens goed ontvangen werd.
‘Ogenschijnlijk kleine anekdotes gebruikt Te Slaa om grote gebeurtenissen te illustreren.’ **** NRC Handelsblad
‘Een absolute aanrader deze studie.’ – Historisch Nieuwsblad
‘Historicus Robin te Slaa corrigeert het beeld van de wegkijkende Nederlanders.’ – de Volkskrant
‘1941. Het masker valt vervalt niet in het oude schema van goed versus fout. Het laat wel zien dat goede Nederlanders niet zo grijs waren als wel wordt beweerd, en dat de foute Nederlanders soms nog fouter waren dan gedacht … kritisch en verhelderend.’ – Nederlands Dagblad