Fritz Gutman, een telg uit een rijk Duits-Joods bankiersgeslacht, beheerde voor de oorlog een Amsterdamse dependance van de Dresdner bank aan de Gouden Bocht. Hij woonde met zijn gezin op landgoed Bosbeek in Heemstede. Ze hadden een butler, een kok, een gouvernante, zeven dienstmeisje en twee chauffeurs. Het huis stond vol kunst, dure meubels, tapijten, vazen, Chinees porselein en er hingen grote meesters aan de muren. Maar aan hun bekoorlijke leven kwam een einde toen op 10 mei 1940 de Duitsers Nederland binnen vielen. De nazi’s namen hun schitterende kunstcollectie in beslag.