In het tweede deel van de zesdelige serie over het dagelijks leven in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt nuchter en zakelijk aangetoond hoe in 1941 de illusie van een ‘correcte’ bezetting voorgoed was verdwenen en hoe ook de NSB agressiever werd.
Na de Februaristaking laat de Duitse bezetter zijn masker vallen. Nederland moet ‘nazificeren’. De Nederlanders ondervinden in hun werk, vrije tijd en op straat steeds meer hoe het is om onder een dictatuur te leven. Duizenden verenigingen en stichtingen worden gedwongen opgeheven. Het dagelijks leven wordt schraal, veel producten worden gerantsoeneerd, zoals aardappelen, chocola en sigaretten. Bovendien volgen de anti-Joodse maatregelen elkaar in dit jaar in snel tempo op. Joden worden in de loop van 1941 op alle fronten buiten de samenleving gesloten. Maatschappelijk isolement als eerste stap richting deportatie.