De Slag bij Kortrijk van 11 juli 1302 is een mythe in België en Vlaanderen. Die dag gebeurt dan ook het ondenkbare: een geïmproviseerde strijdmacht van Vlamingen, een voetleger vooral, verslaat het ridderleger te paard van de Franse koning Filips de Schone. Het is een kantelmoment in de geschiedenis van West-Europa. Een beslissende etappe zelfs in de ontwikkeling van de ‘westerse beschaving’, die zegt: alle mensen, hoe nederig ook, hebben recht op respect, inspraak en medezeggenschap.
In dit boek vertelt historicus Rolf Falter het spannende verhaal van wat later de Guldensporenslag is gaan heten. Hij brengt de geschiedenis tot leven in een wervelende opeenvolging van onverwachte wendingen. Citerend uit de historische bronnen en steunend op de recentste inzichten, voert hij ons langs de jachtbossen van de Franse koning, de kolkende, smerige en altijd explosieve grootsteden van het rijke graafschap Vlaanderen en de armzalige boerendorpen die telkens weer door voorbijtrekkende legers worden platgebrand.
Wat op een eenduidig verhaal lijkt van Vlaming tegen Fransman, is bovenal een botsing tussen karakters. Tussen een sluwe en agressieve koning, overweldigde graven en graaizuchtige stadsbestuurders. Tussen ervaren oorlogshelden die toch liever sneuvelen dan vluchten en leiders van de altijd wankele maar bijwijlen ook gewelddadige volksmassa. Het geheel draait uit op een ware Griekse tragedie. Finaal verliezen alle partijen.