Beschrijving
De geschiedenis van de infanterie is de geschiedenis van de mensheid. De levenswil en de energie der volkeren weerspiegelen zich in de infanterie. Zo oud als de mensheid zelf, is het gewapende voetvolk. De Neanderthalers stonden waarschijnlijk al grommend en gewapend met stokken en stenen tegenover elkaar. In het stenen tijdperk beschikte men over vlijmscherpe vuurstenen pijlpunten, speren en strijdbijlen.
Pas de eerste grote beschaving, het Assyrische Rijk, was in staat om een goed georganiseerd leger op te bouwen en daarmee alle omringende gebieden te veroveren. Dit was alleen mogelijk met een gedisciplineerde en strijdlustige infanterie, die als belangrijkste eigenschap had: dapperheid en standvastigheid. Hiermee is het karakter van de infanterie tot op heden getekend. De benaming ‘infanterie’ is pas in 1485 ontstaan door de Spaanse veldheer Consalvo van Cardova. Hij noemde zijn soldaten zijn kinderen, en sindsdien heet het voetvolk overal infanterie.
Anton Verhey (1938) koesterde vanaf zijn jeugd een grote belangstelling voor Militaire zaken en geschiedenis in het algemeen. Na zijn diensttijd bij het Regiment Infanterie ‘Chassé’ volgde hij een opleiding op de Koninklijke Academie te Den Haag. Met ‘Van Babylon tot Bagdad’ hoopt Verhey de lezer meer inzicht te geven in de lange roemvolle geschiedenis van het wapen der infanterie.